woensdag 13 mei 2009

stukjes

Een overdenking die nog niet af is.

In de loop van de komende 2 weken moet ik een aantal verstrekkende beslissingen nemen.
Ik dacht eigenlijk over enkele maanden te beschikken waarin ik nog wat zou kunnen wikken en wegen.
Mogelijkheden verkennen en parachutes bekijken.
Niet dus.
Het geeft me een vreemd gevoel.
Ik verwacht nog een aantal antwoorden van bepaalde instanties maar uiteindelijk ben ik er
niet zeker van dat die antwoorden doorslaggevend zullen zijn in verband met mijn beslissing.
Ergens, vanbinnen, is die beslissing al gemaakt...

Gedachten en handelingen; ze slijten in, trekken een spoor.
Het worden bijvoorbeeld gewoontes.
Soms nuttig en zelfs onmisbaar, soms vervelend, hinderlijk of zelfs lelijk in de weg staand.
Waardoor het steeds moeilijker wordt om bijvoorbeeld nieuwe wegen in te slaan, om te veranderen.
De hoefslag in een piste. Het slepen van een piste.

Ik las ooit ergens iets over het denken.
Er zou nu aangetoond zijn dat denkpatronen ook een waarneembaar spoor gaan vormen in de hersenen.
Op de één of andere manier.
Maar dit hoeft natuurlijk niet bewezen te worden; de ervaring van de koppigheid van een patroon zegt voldoende.

Ook spieren hebben een geheugen.
Vingers herinneren zich een akkoord, een vingerzetting, ooit door middel van herhaling en oefenen verworven.
Mijn onderkaak herinnert zich de scheve stand ten opzichte van de bovenkaak, terwijl die positie nu, technisch gezien, niet meer mogelijk is.

Het geheugen van sommige levenloze materialen zoals plastic.
De witte koffie-bekertjes worden gemaakt van platte schijfjes plastic.
Die schijfjes worden uitgeduwd tot beker-vorm.
De kunststof herinnert zich de oorspronkelijke, vlakke vorm en keert in bepaalde omstandigheden (bv. bij verhitting) naar die oer-vorm terug. In het materiaal is dus met andere woorden een spanning aanwezig tussen wat was en wat is.
(hoevér dat geheugen teruggaat is mij niet bekend)
Onderzoekers doen research naar het vermijden van interne spanning in produkten.

Reflexen. Sommige reflexen kunnen in een bepaalde situaties een averechts effect veroorzaken.
Een schrikreactie gaat bij de mens doorgaans samen met een fysieke samentrekking, een 'zich klein maken'.
Denk gewoon nog maar aan een luide knal.
Bij het paardrijden wordt een paard getraind om te reageren op druk; 'wijken voor druk' heet dat dan. Als je 'been geeft' en dus lichtjes druk uitoefent op de flank van het paard (het kan nog subtieler), komt het paard hierdoor in beweging. Het beweegt zich 'weg van de druk'.
De 'natuurlijke', eerste reactie van een ruiter bij schrikken is samentrekken. Daardoor zet hij onbedoeld druk op het paardenlichaam en stimuleert hij de 'natuurlijke' schrikreactie van het paard op de gebeurtenis nog een keer extra: vluchten. De beide reflexen versterken de plotse voorwaardse beweging van het paard. De ruiter dient dus zijn normale reactie onder controle te krijgen en te beheersen...

...





© J.D.