zaterdag 2 juni 2012

tromgeroffel en het huis



 Menen en Wervik. Tot voor kort kende ik geen van beide steden.
Wervik associeerde ik ergens met 'zware tabak' en in Menen woonde er ooit een tante non. Als kind heb ik die tante, samen met m'n ouders, ooit wel eens een bezoekje gebracht. Een verre reis waarbij ik me van de stad echter niets kan herinneren. Het was die tante non, verder doet dat er hier helemaal niet ter zake, die amper kon rekenen. M'n broertje en ik vonden dat heel amusant en zelfs fascinerend: volwassenen kunnen toch alles beter? We bedachten eenvoudige rekenoefeningetjes en legden die dan aan haar voor. Tevergeefs - en dat vonden we heerlijk.
Maar zoals gezegd; dit geheel terzijde.
Bij de namen 'Menen' en 'Wervik' kreeg (of krijg) ik vaak een bepaald 'gevoel' zonder dat ik kan uitleggen waaruit dit dan wel bestond. 'Realiteit' en 'rauw' zouden associaties kunnen zijn. Maar gebaseerd op wat?
Roesbrugge, Haringe en Woesten, hier niet zo ver uit de buurt, maken ook iets in mij los, vergelijkbaar maar toch ook weer  heel anders. Ze prikkelen mijn verbeelding meer.
 De eerste keer dat ik indirect met Menen/Wervik in aanraking kwam, was via Berre (foto).
Berre, of Bertrand, leerde ik kennen doordat we op hetzelfde 'kot' zaten en, zo bleek later, ook klasgenoten waren. Plastische kunsten: dat was het laatste jaar van het kunstsecundair in Gent.
Ik wilde dat laatste jaar per sé op kot. De 2 jaren daarvoor had ik dagelijks met de trein over-en-weer gependeld.
Eigenlijk mocht ik niet van 'thuis' maar indien ik een kot zou vinden voor maximaal 25 euro (1000 Bef) in de maand, dán misschien wel. Dus vond ik na lang zoeken een oud fabriekspand waar de eigenaar, een oude man met onwaarschijnlijk-vettige brilglazen, 'ateliers' verhuurde aan schappelijke prijzen. Oogluikend werd dan toegestaan dat je de ruimte als kot gebruikte. Hij bezorgde zelfs de karton om er een slaaphokje in te bouwen. Dat er verder geen douche of bad aanwezig was kon mij niet deren. Verwarming ontbrak er eigenlijk ook al en voor het hele gebouw was er 1 smerig toilet beschikbaar - achter een kartonnen wandje. Een keuken- of kookhoek behoorde natuurlijk ook niet tot de faciliteiten. Gelukkig was het er veilig want er zaten tralies voor de ramen! Ik mag er niet aan denken dat het er ooit zou gebrand hebben. Maar: ik had mijn 'kot'! 
Deze foto van Berre in onze 'sanitaire ruimte' vervult mij zodanig met gêne dat ik ze enkel heel klein durf te plaatsen:


In de loop van september bleek Berre dus ook een bewoner van het fabriekje in het Tempelhof te zijn - één verdiep hoger. Hij had z'n ruimte zelf onderverdeeld en er een klein studeer-/slaapkamertje in getimmerd, voorzien een kolenkacheltje. Verder resideerde er in het gebouw nog een Nederlander - ik ben zijn naam vergeten - maar hij was een pak ouder en studeerde schilderkunst aan de academie en had het ook niet breed. Ik deelde ooit mijn van-thuis-meegekregen-maar-ondertussen-verzuurde soep (vanwege-geen-koelkast) met hem. Tenslotte was er nog het atelier van Cathérine, een studente beeldhouwkunst.
Door z'n praktische geest en survival-instinct beschikte Berre over het warmste en meest comfortabele hok in het hele pand en ik vermoed dat ik het dankzij hem dat eerste jaar heb overleefd. En hij beschikte over 'een frietpot' waardoor we al eens échte frieten konden eten; een bijna-luxueus gevoel.
 Bertrand kwam uit Menen. Als ik me niet vergis bewonderde hij Charles Bronson en hij had iets van die acteur: taai, stug en atletisch. Bovendien een gesloten karakter en een zware roker. Hij at veel spul uit blik: bonen in tomatensaus, pilchards in tomatensaus... Een beetje cowboy-stuff dus.
 Berre kon ontzettend goed 'boetseren'. Beelden met een Permeke-achtige kracht (of Wouters?) en indien hij om een of andere reden ontevreden was met een werk, werd het zonder pardon vernietigd. En opnieuw opgebouwd. 'Natuurtalent' liet de leerkracht zich wel eens ontvallen.
 Na dat jaar ben ik Berre stilaan uit het oog verloren. Veel later liep ik hem eens tegen het lijf tijdens de Gentse Feesten - hij was er met de fiets naartoe gekomen en reed 's avonds ook gewoon weer naar Menen.
 Mogelijk breng ik sommige van zijn eigenschappen en de sfeer van dat eerste kot in verband met 'Menen en Wervik'.
 Naar ik heb opgevangen zou hij hier nu nog ergens in de streek wonen - ik kan mij hem eigenlijk moeilijk ergens anders voorstellen. Maar ik houd mijn hart een beetje vast.

Een zonniger nummer dat in de tijd van het Tempelhof, punk
en new wave, vaak door de radio klonk:





Update: na enig rondgoogelen vind ik een foto met Bertrand op het internet. Blijkbaar creëert hij nog steeds want je ziet hem de inhuldiging van één van z'n beelden bijwonen en heeft een zoontje op de arm. Misschien moet ik dit stukje of de foto's maar verwijderen...

Geen opmerkingen: