Deze voormiddag een wandeling in en rond het Polygoonbos in Zonnebeke gemaakt. Voor het eerst in meer dan 3 weken ben ik in gezelschap - op veilige afstand weliswaar. De 'solitude' begon erg zwaar te wegen en heeft een negatieve invloed op mijn mentale en fysieke gezondheid. De wandeling, samen met K. in de gulle lentezon, deed me dan ook deugd. De omgeving rond het Polygoonbos is enigszins bizar. Sommige delen zijn bijna idyllisch en stralen een Engelse, landelijke sfeer uit - wat dat dan ook mag betekenen. Andere stukken ademen dan weer iets storend - disturbing - om onduidelijke redenen. Ik krijg het gevoel dat één bepaald bosje een ondergronds stort camoufleert zoals ik er ooit één in de buurt van Aalst zag. Daar werd een eeuw of zo geleden het afval van Brussel naartoe getransporteerd en achteraf ontstond bovenop de gigantische hoop een weelderige wildernis. De bodem stuwde er het afval met mondjesmaat weer naar de oppervlakte. Hier is het anders. Ik merk dat het bosje vol met oude, volgelopen bomkraters zit. Ik maak een foto van de schapen in 'het mooie deel'. Ze beschikken in de weide over een aftandse caravan. K. en ik praten tijdens de wandeling maar het is, omwille van de pandemie, moeilijk geworden om concrete plannen te maken. Dus proberen we het over mogelijkheden te hebben.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten